Selon les parties requérantes, l'interdiction de discrimination et l'obligation d'un traitement égal sont raisonnablement justifiées pour les autorités en tant que pouvoir normatif, qui n'existent que dans le but de servir l'intérêt général et de le représenter, mais non pour les citoyens, qui n'assurent aucun service public, n'ont pas le monopole de la contrainte et ne peuvent percevoir des impôts.
Volgens de verzoekende partijen zijn het discriminatieverbod en de verplichting tot gelijke behandeling redelijk verantwoord ten aanzien van het regelgevende gedrag van overheden, die enkel bestaan met de bedoeling het algemeen belang te dienen en te vertegenwoordigen, doch niet ten aanzien van burgers, die geen openbare dienst uitoefenen, geen geweldmonopolie bezitten en geen belastingen kunnen heffen.