2. Les fonds propres des établissements de monnaie électronique sont calculés conformément à l'une des trois méthodes (A, B ou C) énoncées à l'article 8 de la directive 2007/64/CE en ce qui concerne les activités visées à l'article 8, paragraphe 1, point a), b) et d), de la présente directive, et conformément à la méthode D énoncée au paragraphe 3 en ce qui concerne les activités d'émission de monnaie électronique.
2. Het eigen vermogen van instellingen voor elektronisch geld wordt berekend aan de hand van een van de drie methoden (A, B of C) van artikel 8 van Richtlijn 2007/64/EG voor de werkzaamheden genoemd in artikel 8, lid 1 onder a), b) en d) van deze richtlijn en aan de hand van methode D van lid 3 voor de uitgifte van elektronisch geld.