5.12.6. La force de pointe de l'élément de frappe, déduite de l'accélération de l'élément de frappe, selon une filtration à CFC 180 et multipliée par la masse de l'élément de frappe, doit être comprise entre 4,4 et 5,4 kN et être observée au bout de 10,3 à 15,5 ms.
5.12.6. De piekkracht van het botslichaam die wordt verkregen uit de botslichaamversnelling die wordt gefilterd met een CFC van 180 en vermenigvuldigd met de botslichaammassa, moet tussen 4,4 en 5,4 kN liggen en bereikt worden op een moment tussen 10,3 en 15,5 ms.