22. estime que l'UE devrait être, en tant qu'acteur mondial, un des principaux défenseurs d'un agenda pour "un travail décent et une pension décente pour tous"; souligne que certaines normes minimales en matière de droits du travail et de protection sociale devrait être adoptées et reconnues en tant que plate-forme socio-économique qui apporterait la prospérité à long terme à tout pays et souligne que l'emploi et un travail décent devraient, idéalement, être adoptés dès que possible comme éléments fondamentaux d'un neuvième OMD;
22. meent dat de EU als wereldspeler het voortouw moet nemen bij het uitdragen van de agenda "Behoorlijk werk voor allen en een behoorlijk pensioen voor allen"; benadrukt dat een zeker minimum aan normen inzake arbeidsrechten en sociale bescherming moet worden vastgesteld en aangehouden als sociaal-economisch uitgangspunt waarmee alle landen ter wereld op de lange termijn duurzame welvaart kunnen bereiken, en onderstreept dat werk, werkgelegenheid en "behoorlijk werk" idealiter zo spoedig mogelijk als de centrale punten van een negende MDG zouden moeten worden goedgekeurd;