Art. 6. Moyennant autorisation préalable de la Banque, un établissement de monnaie électronique qui exerce des activités visées à l'article 77, § 2, 1° de la loi, qui ne sont pas liées à l'émission de monnaie électronique ou des activités visées à l' article 77, § 2, 2°, 3° et à l'article 77, § 3 de la loi, dont le montant de la monnaie électronique en circulation ne peut être déterminé à l'avance, peut, sur base de données historiques, calculer ses fonds propres requis sur la base d'une partie représentative des fonds qui est présumée utilisée dans le cadre de l'émission de monnaie électronique.
Art. 6. Mits hiervoor voorafgaandelijk toestemming is verleend door de Bank, mag een instelling voor elektronisch geld die werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 77, § 2, 1° van de wet, die geen verband houden met de uitgifte van elektronisch geld, of die werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 77, § 2, 2°, 3° en in artikel 77, § 3 van de wet, waarvan het uitstaande bedrag aan elektronisch geld niet van tevoren is gekend, haar vereist eigen vermogen op grond van historische gegevens berekenen op basis van een representatief gedeelte dat geacht wordt voor de uitgifte van elektronisch geld te worden gebruikt.