2. Lorsqu'ils appliquent des mesures d'éradication, les États membres veillent à l'efficacité des méthodes employées pour parvenir à l'élimination totale et permanente de l'espèce exotique envahissante concernée, en tenant dûment compte de la santé humaine et de l'environnement, en particulier en ce qui concerne les espèces non visées et leurs habitats, et pour épargner toute douleur, détresse ou souffrance évitable aux animaux.
2. Bij het nemen van uitroeiingsmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikte methoden volstaan om de populatie van de betrokken invasieve uitheemse soort volledig en permanent te verwijderen, waarbij op gepaste wijze met de menselijke gezondheid en het milieu rekening wordt gehouden, in het bijzonder voor niet-doelsoorten en hun habitats, en ervoor wordt gezorgd dat dieren vermijdbare pijn, stress of lijden wordt bespaard.