Le représentant du ministre se réfère à l'exposé des motifs du projet de loi relatif à la genèse du Traité Benelux, qui prévoit que la clé de répartition des contributions des États membres au budget Benelux n'a pas été définie sur la base de la population de chaque pays à l'époque, mais simplement sur la base d'un accord octroyant 3 % au Luxembourg et le reste (97 %), à parts égales, aux Pays-Bas et à la Belgique (doc. Sénat, nº 5-1966/1, p. 2).
De vertegenwoordiger van de minister verwijst naar de memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de totstandkoming van het Benelux-Verdrag waarin bepaald wordt dat de verdeelsleutel van de bijdragen van de lidstaten voor de Benelux-begroting niet op basis van de toenmalige bevolking van elk land werd vastgesteld, maar gewoon op basis van een overeenkomst waarbij Luxemburg 3 % kreeg toegewezen en de rest (97 %) in gelijke delen werd toegewezen aan Nederland en België (stuk Senaat, nr. 5-1966/1, blz. 2).