Quoi qu'il en soit, est mise en évidence l'idée que l'attribution de la contre-valeur doit constituer un dédommagement équitable de la filiale par fixation d'un « fair price » qui tiendrait compte des éléments de fait, dans les cas où ceux-ci imposeraient ou justifieraient que l'on s'écarte de la valeur réelle ou de marché.
In het licht hiervan oppert zij het idee, dat bij het toekennen van de tegenwaarde een billijke vergoeding moet worden samengesteld voor de dochtervennootschap, door het vaststellen van een « fair price », die rekening houdt met de feitenelementen, voor de gevallen waarin deze elementen zouden vereisen of rechtvaardigen dat men zou afwijken van de werkelijke of marktwaarde.