Le Tribunal relève que l'article 394, § 1, alinéa 1, du Code des impôts sur les revenus établit une fiction en faveur du receveur selon laquelle la dette fiscale est toujours une dette commune aux conjoints dont le recouvrement peut être poursuivi sur le patrimoine commun et sur les patrimoines propres et ne fait aucune distinction entre les différents régimes matrimoniaux alors que, selon les règles de droit civil en régime de séparation de biens, les revenus recueillis pendant le mariage par chacun des conjoints sont des propres et la dette fiscale de tels revenus est également propre.
De Rechtbank wijst erop dat artikel 394, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen ten gunste van de ontvanger een fictie invoert volgens welke de belastingschuld steeds een gezamenlijke schuld van de echtgenoten is waarvan de invordering kan geschieden op het gemeenschappelijke vermogen en op de onderscheiden vermogens van elk van hen en volgens welke geen enkel onderscheid wordt gemaakt onder de verschillende huwelijksvermogensstelsels terwijl, volgens de burgerrechtelijke regels van het stelsel van scheiding van goederen, de door elk van de echtgenoten tijdens het huwelijk ontvangen inkomsten eigen zijn en de belastingschuld van dergelijke inkomsten eveneens eigen is.