1992 avant sa modification par les lois des 15 et 23 mars 1999 qui, selon eux, constituaient autant d'entraves aux droits du contribuable (ayant trait, notamment, au délai de recours) et qui, combinées avec l'interdiction de formuler des griefs devant la cour d'appel, aboutissaient à traiter le contribuable de manière discriminatoire, étaient des éléments que la Cour a pu prendre en compte lorsqu'elle a contrôlé la constitutionnalité des dispositions en cause dans ses arrêts n 60/2001, 92/2001, 122/2001, 127/2002 et 120/2003.
1992, vóór de wijziging ervan bij de wetten van 15 en 23 maart 1999, die - volgens hen - belemmeringen vormden voor de rechten van de belastingplichtige (wat onder andere de beroepstermijn betreft) en die, in combinatie met het verbod om voor het hof van beroep nieuwe grieven aan te voeren, leidden tot een discriminerende behandeling onder belastingplichtigen, waren elementen die het Hof in aanmerking heeft kunnen nemen bij de grondwettigheidstoetsing van de in het geding zijnde bepalingen in zijn arresten nrs. 60/2001, 92/2001, 122/2001, 127/2002 en 120/2003.