Mme Taelman confirme qu'un problème est apparu à la suite de l'arrêt nº 137/2008 du 21 octobre 2008, indiquant que la différence de traitement en cause entre les §§ 1 et 3 de l'article 229 du Code civil n'était pas raisonnablement justifiée et que, dès lors, l'article 1258, alinéa 2, du Code judiciaire violait les articles 10 et 11 de la Constitution.
Mevrouw Taelman beaamt dat een probleem is ontstaan naar aanleiding van het arrest nr. 137/2008 van 21 oktober 2008, waarbij wordt gesteld dat het in het geding zijnde verschil in behandeling tussen §§ 1 en 3 van artikel 229 van het Burgerlijk Wetboek niet redelijkerwijze wordt verantwoord en dat bijgevolg artikel 1258, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.