Depuis son entrée en vigueur, la loi du 28 mai 2002 dépénalise la pratique de l'euthanasie par un médecin lorsque le patient est majeur ou un mineur émancipé, capable et conscient au moment de sa demande, et pour autant qu'il se trouve dans une situation médicale sans issue et fait état d'une souffrance physique ou psychique constante et insupportable qui ne peut être apaisée et qui résulte d'une affection accidentelle ou pathologique grave et incurable.
Sinds de inwerkingtreding ervan depenaliseert de wet van 28 mei 2002 euthanasie door een arts wanneer de patiënt een handelingsbekwame meerderjarige of een handelingsbekwame ontvoogde minderjarige is die bewust is op het ogenblik van zijn verzoek, en op voorwaarde dat hij zich bevindt in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening.