Ces règles arbitraires, dérogatoires au droit commun de la procédure, sont sévèrement critiquées par la doctrine la plus autorisée (voy. P. Van Ommeslaghe, « Droit commun et droit fiscal », JDF, 1989, pp. 5 et suivantes, spéc. nº 18; P. Van Orshoven, « Behoorlijke rechtsbedeling bij geschillen over direkte rijksbelastingen », nº 327).
Die ongemotiveerde regels, die afwijken van het gemeenrechtelijk procesrecht, worden ernstig bekritiseerd door de meest gezaghebbende rechtsleer (zie P. Van Ommeslaghe, Droit commun en droit fiscal, JDF, 1989, blz. 5 en volgende, in het bijzonder nr. 18; P. Van Orshoven, Behoorlijke rechtsbedeling bij geschillen over direkte rijksbelastingen, nr. 327).