Op 8 april 2002 gaf de Voorzitter van het Parlement kennis van de verwijzing van dit voorstel naar de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken als commissie ten principale en naar de Begrotingscommissie, de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie, de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport en de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen als medeadviserende commissies (C5‑0141/2002).
In der Sitzung vom 8. April 2002 gab der Präsident des Europäischen Parlaments bekannt, dass er diesen Vorschlag an den Ausschuss für die Freiheiten und Rechte der Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten als federführenden Ausschuss und an den Haushaltsausschuss, an den Ausschuss für Industrie, Außenhandel, Forschung und Energie, an den Ausschuss für Kultur, Jugend, Bildung, Medien und Sport und den Ausschuss für die Rechte der Frau und Chancengleichheit als mitberatende Ausschüsse überwiesen hat (C5‑0141/2002).