4. De zendingen worden voor het vrije verkeer vrijgegeven, als de exploitant van het levensmiddelen- of diervoederbedrijf of zijn vertegenwoordiger aan de douaneautoriteiten bewijsstukken overlegt waaruit blijkt dat de in lid 1 bedoelde officiële controles zijn uitgevoerd en de eventueel vereiste fysieke controles gunstige resultaten hebben opgeleverd.
(4) Sendungen werden nur für den freien Verkehr zugelassen, wenn die Futter- und Lebensmittelunternehmer oder deren Vertreter den Zollbehörden Nachweise darüber vorlegen können, dass die amtlichen Kontrollen nach Absatz 1 durchgeführt wurden und dass die Ergebnisse bei den körperlichen Kontrollen, sofern solche vorgeschrieben waren, nicht zu beanstanden waren.