1. In de in artikel 15, leden 2 en 3, van Verordening (EEG) nr. 2261/84 bedoelde gevallen waarin de hoeveelheid waarvoor het totaalbedrag aan steun wordt aangevraagd, niet kan worden bevestigd door de hoeveelheid waarvoor de erkende oliefabriek een verklaring afgeeft, wordt de voor de steun in aanmerking komende hoeveelheid olijfolie die van de betrokken oliefabriek afkomstig is, voor elk van de betrokken olijvenproducenten door de lidstaat bepaald overeenkomstig lid 4 van het genoemde artikel.
(1) In den in Artikel 15 Absätze 2 und 3 der Verordnung (EWG) Nr. 2261/84 genannten Fällen, in denen sich die beantragte Beihilfe nicht auf der Grundlage der von der zugelassenen Mühle bescheinigten Menge bestätigen läßt, wird die beihilfefähige, von der betreffenden Mühle stammende Menge für jeden der betreffenden Olivenbauern von dem Mitgliedstaat gemäß Absatz 4 des genannten Artikels bestimmt.