11. dringt erop aan dat bij de toekenning van GLB-middelen niet alleen wordt gekeken naar de bebouwde oppervlakte, maar ook naar de kwaliteit van de productie, het gebruik van duurzame landbouwmethoden, de vestiging van landbouwbedrijven in geografisch achtergestelde gebieden en de aanwezigheid van jongeren;
11. fordert, dass bei der Vergabe von Fördermitteln im Rahmen der GAP außer der Anbaufläche weitere Indikatoren herangezogen werden, wie z.B. die Qualität der Erzeugnisse, der Einsatz umweltverträglicher landwirtschaftlicher Verfahren, der Standort der landwirtschaftlichen Betriebe in geografisch benachteiligen Gebieten und der Anteil junger Menschen;