Aangezien het recht op persoonlijke vrijheid een burgerlijk recht is in de zin van artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, is die bepaling eveneens van toepassing op de voorlopig gehechte (vgl. EHRM, 30 juli 1998, Aerts t. België, § 59; 7 januari 2003, Laidin t. Frankrijk (nr. 2), § 76).
Da das Recht auf persönliche Freiheit ein bürgerliches Recht im Sinne von Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention ist, findet diese Bestimmung ebenfalls Anwendung auf Untersuchungshäftlinge (vgl. EuGHMR, 30. Juli 1998, Aerts gegen Belgien, § 59; 7. Januar 2003, Laidin gegen Frankreich (Nr. 2), § 76).