Het voorliggende voorontwerp van wet brengt, door de pensioenleeftijd tegen 2030 te verhogen, de leeftijd en het aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor het vervroegd pensioen geleidelijk op te trekken en de leeftijd waarop een overlevingspensioen mogelijk is te verhogen, een wijziging aan in de geldende pensioenwetgeving die zou kunnen worden beschouwd als een achteruitgang.
Indem durch den vorliegenden Gesetzesvorentwurf das Pensionsalter bis 2030 angehoben wird, das Alter und die Zahl der Dienstjahre, um für die Vorruhestandspension in Frage zu kommen, schrittweise erhöht werden und das Alter, mit dem eine Hinterbliebenenpension möglich ist, angehoben wird, bringt er eine Änderung der geltenden Pensionsgesetzgebung mit sich, die man als einen Rückschritt ansehen könnte.