Vertaling van "LMOE " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Ontwikkeling Inlichtingen voor de LMOE-landen
Intelligence-Entwicklung in bezug auf die MOEL

landen in Midden- en Oost-Europa [ LMOE ]
mittel- und osteuropäische Länder [ MOEL | MOE-Länder | MOE-Staaten ]

landen van Midden- en Oost-Europa | LMOE [Abbr.]
Länder in Mittel- und Osteuropa | mittel- und osteuropäische Länder | MOE-Länder | MOE-Staaten | MOEL [Abbr.]

landen in Midden- en Oost-Europa | Midden- en Oosteuropese landen | LMOE [Abbr.]
Länder Mittel- und Osteuropas | Mittel- und Osteuropäische Länder | MOE [Abbr.] | MOEL [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

NOS en LMOE niet in de pretoetredingsfase || 25 || 107 || 4,28 || 30,56 || 1,22 || 13 || 6,62 || 0 || 0,0 || 0 || 0,0 || 1 || 0,78 || 11 || 23,17
NUS und MOE-Länder, die nicht in der Heranführungsphase sind || 25 || 107 || 4,28 || 30,56 || 1,22 || 13 || 6,62 || 0 || 0,0 || 0 || 0,0 || 1 || 0,78 || 11 || 23,17

NOS en LMOE niet in de pretoetredingsfase || 2,77 || 38 || 3,64 || 50 || 0,57 || 10 || 23,58 || 9 || 30,56 || 107 || 0,63 || 15
NUS und MOE-Länder, die nicht in der Beitrittsphase sind || 2,77 || 38 || 3,64 || 50 || 0,57 || 10 || 23,58 || 9 || 30,56 || 107 || 0,63 || 15

NOS en LMOE niet in de pretoetredingsfase || 25 || 107 || 4,28 || 30,56 || 1,22 || 52,00% || 21,66% || 0,00% || 0,00% || 0,00% || 0,00% || 4,00% || 2,54% || 44,00% || 75,80%
NUS und MOE-Länder, die nicht in der Heranführungsphase sind || 25 || 107 || 4,28 || 30,56 || 1,22 || 52,00 % || 21,66 % || 0,00 % || 0,00 % || 0,00 % || 0,00 % || 4,00 % || 2,54 % || 44,00 % || 75,80 %

NOS en LMOE niet in de pretoetredingsfase || 9,07% || 35,51% || 11,90% || 46,73% || 1,88% || 9,35% || 77,15% || 8,41% || 100,00% || 100,00% || 2,08% || 14,02%
NUS und MOE-Länder, die nicht in der Beitrittsphase sind || 9,07 % || 35,51 % || 11,90 % || 46,73 % || 1,88 % || 9,35 % || 77,15 % || 8,41 % || 100,00 % || 100,00 % || 2,08 % || 14,02 %

De kredieten die EU-banken hebben uitstaan bij Oost-Europese landen zijn tussen 1997 en 1999 met 2% toegenomen. De totale stroom van directe investeringen van de EU in de LMOE's is tussen 1992 en 1998 verdrievoudigd (meer dan 8 miljard euro in 1998); meer dan 70% van de obligatie-emissies in de LMOE's waren in 1999 in euro.
Das Engagement der EU-Banken in osteuropäischen Ländern hat sich von 1997 bis 1999 um 2% erhöht; insgesamt haben sich die Direktinvestitionen aus der EU in MOEL von 1992 bis 1998 jährlich verdreifacht (mehr als 8 Milliarden EUR im Jahre 1998); mehr als 70% der Anleiheemissionen in MOEL im Jahre 1999 lauteten auf Euro.

B. overwegende dat de landbouwsector in de LMOE ten dele een zeer belangrijke rol speelt voor de economie en de werkgelegenheid en dat het succes van de uitbreiding derhalve in hoge mate afhangt van een geslaagde integratie van de landbouw van de LMOE in de landbouwmarkt van de EU, en overwegende dat de Commissie ervoor dient te zorgen dat uitwisselingen in het kader van opleiding en beroep tussen ondernemingen en bedrijven in de agrarische sector, met name van jongeren, uit de huidige lidstaten en de LMOE worden gestimuleerd,
B. in der Erwägung, dass der Agrarbereich in den MOEL eine zum Teil herausragende Rolle für Wirtschaft und Beschäftigung spielt und der Erfolg der Erweiterung deshalb wesentlich von einer gelungenen Integration der Landwirtschaft der MOEL in den Agrarmarkt der Europäischen Union abhängt, sowie in der Erwägung, dass die Kommission Anreize für den Austausch in Schule und Beruf zwischen landwirtschaftlichen Betrieben und Landwirten, insbesondere Junglandwirten, in den derzeitigen Mitgliedstaaten und den MOEL schaffen sollte,

A. overwegende dat de belangrijkste prioriteiten van het SAPARD-instrument met het oog op de geplande toetreding van de Midden- en Oost-Europese landen (LMOE) tot de Europese Unie zijn het leveren van een bijdrage aan de uitvoering van het acquis communautaire op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en daarmee verband houdende beleidstakken en het oplossen van om prioriteit vragende en specifieke problemen in verband met de duurzame aanpassing van de landbouwsector en de plattelandsgebieden van de LMOE,
A. unter Hinweis darauf, dass die obersten Prioritäten des Sapard-Instruments im Hinblick auf den geplanten Beitritt der mittel- und osteuropäischen Länder (MOEL) zur Europäischen Union darin bestehen, zur Übernahme des gemeinschaftlichen Besitzstandes im Bereich der Gemeinsamen Agrarpolitik und der damit verbundenen Politikbereiche beizutragen und vorrangige und spezifische Probleme bei der nachhaltigen Anpassung des Agrarsektors und der ländlichen Gebiete der MOEL zu lösen,

B. overwegende dat de landbouwsector in de LMOE ten dele een zeer belangrijke rol speelt voor de economie en de werkgelegenheid en dat het succes van de uitbreiding derhalve in hoge mate afhangt van een geslaagde integratie van de landbouw van de LMOE in de landbouwmarkt van de EU, en overwegende dat de Commissie ervoor dient te zorgen dat uitwisselingen in het kader van opleiding en beroep tussen ondernemingen en bedrijven in de agrarische sector, met name van jongeren, uit de huidige lidstaten en de LMOE worden gestimuleerd,
B. in der Erwägung, dass der Agrarbereich in den MOEL eine zum Teil herausragende Rolle für Wirtschaft und Beschäftigung spielt und der Erfolg der Erweiterung deshalb wesentlich von einer gelungenen Integration der Landwirtschaft der MOEL in den Agrarmarkt der EU abhängt, sowie in der Erwägung, dass die Kommission Anreize für den Austausch in Schule und Beruf zwischen landwirtschaftlichen Betrieben und Landwirten, insbesondere Junglandwirten, in den derzeitigen Mitgliedstaaten und den MOEL schaffen sollte,

64. wijst erop dat de deelname aan het arbeidsproces in de LMOE doorgaans lager ligt dan in de EU, in het bijzonder wat de vrouwen betreft; stelt dat er in de LMOE arbeidsmarktinstituten en nationale werkgelegenheidsprogramma's moeten worden opgezet of verder uitgebouwd, daar deze een snellere structurele hervorming mogelijk maken; roept de LMOE er daarom toe op hun beroepskwalificatiestandaarden en opleidingssystemen aan de nieuwe economische omstandigheden en onderwijssystemen in Europa aan te passen teneinde de groei en de convergentie te bevorderen; verlangt voorts dat bij deze beleidsmaatregelen de gender mainstreaming en jongerenproblematiek centraal staat;
64. weist darauf hin, dass die Erwerbstätigenquoten in den MOEL, insbesondere für Frauen, generell niedriger sind als in der Europäischen Union; weist darauf hin, dass in den MOEL die Organisation des Arbeitsmarktes und die nationalen beschäftigungspolitischen Aktionspläne, die einen rascheren strukturellen Wandel ermöglichen sollen, in Angriff genommen bzw. verstärkt vorangetrieben werden müssen; fordert die MOEL daher auf, ihre Qualifikationsprofile und ihre jeweiligen Ausbildungssysteme an die neuen wirtschaftlichen Bedingungen und Bildungssysteme in Europa anzupassen, um Wachstum und Konvergenz zu fördern; fordert ferner, dass der Chancengleichheit von Männern und Frauen und der Problematik der Minderjährigen bei diesen politischen Maßnahmen besondere Bedeutung beigemessen wird;

65. is van mening dat er, als het integratieproces goed wordt voorbereid, geen grote migratiestroom van de LMOE naar de EU te verwachten valt; is er evenwel van overtuigd dat de sociale samenhang en de sociale vrede in een uitgebreide EU alleen dan kunnen worden gehandhaafd als de sociale uitsluiting en armoede in de LMOE drastisch worden teruggedrongen; stelt dat wij ons wegens de grote verschillen in levensstandaard en inkomensniveaus van de nodige middelen moeten voorzien om sociale spanningen in de grensgebieden tussen de EU en de LMOE ten gevolge van de grote verschillen in levensstandaard en inkomensniveaus te voorkomen en te beperken;
65. ist der Auffassung, dass bei einer guten Vorbereitung des Integrationsprozesses keine bedeutenden Migrationsströme aus den MOEL in die Europäische Union zu erwarten sind; ist allerdings der Überzeugung, dass zur Wahrung des sozialen Zusammenhalts wie auch des sozialen Friedens in einer erweiterten Europäischen Union soziale Ausgrenzung und Armut in den MOEL drastisch verringert werden müssen; weist darauf hin, dass in den Grenzregionen zwischen der Europäischen Union und den MOEL aufgrund der starken Unterschiede in Bezug auf Lebensstandard und Einkommensniveau zu befürchtende soziale Spannungen verhindert und abgebaut werden müssen;