8. betreurt dat het de inspanningen van het Agentschap ten spijt nog niet mogelijk is geweest om veertien jaar na zijn oprichting tot overeenstemmi
ng te komen over de plaats van vestiging van het Agentschap; herinnert eraan dat alle agentschappen volgens de door het Parlement, de Raad en de Commissie overeengekomen gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen een overeenkomst
voor de plaats van vestiging moeten hebben afgesloten alvorens aan hun werkzaamheden te beginnen; merkt in dit verband op dat een ande
...[+++]r agentschap, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA), in 2011 een vestigingsplaatsovereenkomst met de Duitse regering heeft gesloten; dringt in dit verband bij het gastland erop aan zo snel mogelijk tot een akkoord met het Agentschap te komen, opdat de betrekkingen tussen de nationale gerechtelijke autoriteiten worden verduidelijkt en het Agentschap ongehinderd zijn wettelijk mandaat kan uitoefenen; doet een beroep op de Commissie van de voor dit jaar geplande maatregelen gebruik te maken om het basisbesluit van het Agentschap te wijzigen ten einde tot een akkoord over de zetel te komen, zodat het Agentschap normaal kan functioneren; verlangt derhalve dat het Europees Parlement vóór eind 2015 van een definitief besluit over de zetel van het Agentschap in kennis wordt gesteld; 8. bedauert, dass es trotz der Bemühungen der Agentur vierzehn Jahre nach ihrer Gründung noch nicht gelungen ist, das Abkommen über den Sitz der Agentur zu schließen; weist darauf hin, dass es nach dem gemeinsamen Konzept zu den dezentralen Agenturen der EU, das von Rat, Europäischem Parlament und Kommission vereinbart wurde, „für alle Agenturen [...] ein Sitzabkommen geben [sollte], das geschlossen werden sollte, bevor die Agentur ihren Betrieb aufnimmt“; nimmt in diesem Zusammenhang zur Kenntnis, dass eine andere Agentur, nämlich die Europäische Aufsichtsbehörde für das Versicherungswesen und die betriebliche Altersversorgung, 2011 ein Sitzabkommen mit der deutschen Regierung geschlossen hat; fordert in dies
em Zusamme ...[+++]nhang den Staat, in dem die Agentur angesiedelt ist, auf, baldmöglichst ein Abkommen mit der Agentur zu schließen, damit die Beziehungen zwischen den einzelstaatlichen Justizbehörden geklärt werden können und die Agentur ungehindert ihr rechtliches Mandat ausüben kann; fordert die Kommission auf, dieses Jahr die Gelegenheit zu ergreifen, um den Rechtsakt zur Einrichtung der Agentur zu ändern, damit sie ein Sitzabkommen schließen kann, das ihr einen störungsfreien Betrieb ermöglicht; fordert daher, über die endgültige Entscheidung über den Sitz der Agentur unterrichtet zu werden;