Op verzoek van de Minister verzoekt het bestuur de provinciale landbouwkamer bedoeld in artikel D.269, § 1, tweede lid, 6° hem binnen zestig dagen na het verzoek de identiteit van de gewone en plaatsvervangende leden die worden voorgesteld om hem te vertegenwoordigen, mede te delen.
Auf Antrag des Ministers hin ersucht die Verwaltung die in Artikel D.269, § 1, Absatz 2, 6° des Gesetzbuches erwähnte provinziale Landwirtschaftskammer, ihr innerhalb von sechzig Tagen nach dem an diese gerichteten Antrag die Identität der effektiven und stellvertretenden Mitglieder, die vorgeschlagen werden, um sie zu vertreten, zu übermitteln.