Voor getrokken voertuigen die overeenkomstig punt 2.1.4.1.3 van bijlage I uitsluit
end elektrisch zijn aangesloten via een elektrische bedieningsleiding, die voldoen aan punt 2.2.1.17.3.2 van bijlage I, en waarvan de prestaties beantwoorden aan punt 3.2.3 van bijlage II, kan worden volstaan met het inroepen van punt 4.1.10, als het niet meer mogelijk is een remwerking van ten minste 30 % van de voor het bedrijfsremsysteem van het getrokken voertuig voorgeschreven waarde te waarbor
gen, door hetzij de verzending van het signaal „remverzo
...[+++]ek toevoerleiding” via het datacommunicatiegedeelte van de elektrische bedieningsleiding hetzij de continue afwezigheid van deze datacommunicatie.Bei Anhängefahrzeugen, die nur über eine elektrische Steuerleitung nach Anhang I Nummer 2.1.4.1.3 mit der Zug
maschine elektrisch verbunden sind und die in Anhang I Nummer 2.2.1.17.3.2 genannte Bedingung erfüllen, wobei die in Anhang II Nummer 3.2.3 vorgeschriebene Wirkung erreicht wird, genügt die Bezugnahme auf die Vorschriften in Nummer 4.1.10, wenn eine Bremswirkung von mindestens 30 % der für die Betriebsbremsanlage des Anhängefahrzeugs vorgeschriebenen Bremswirkung nicht mehr erreicht werden kann; in diesem Fall wird vom Anhängefahrzeug über den Datenübertragungsteil der elektrischen Steuerleitung das Signal „Bremsanforderung der V
...[+++]orratsleitung“ übermittelt, oder es werden längere Zeit keine Daten übertragen.