De Ministerr
aad voert in eerste instantie aan dat de prejudiciële vraag, rekening houdend met de arresten van het Hof nrs. 193/2011 en 199/2011, gee
n antwoord behoeft, aangezien de betrokkene is veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van tien jaar en de toepassing van artikel 56, tweede lid, v
an het Strafwetboek niet kan leiden tot een gevangenisstraf die hoger zou zijn dan die welke het hof van assisen had k
...[+++]unnen opleggen.
Der Ministerrat führt zunächst an, dass die Vorabentscheidungsfrage, unter Berücksichtigung der Entscheide des Gerichtshofes Nrn. 193/2011 und 199/2011, keiner Antwort bedürfe, da der Betreffende zu einer Hauptgefängnisstrafe von zehn Jahren verurteilt worden sei und die Anwendung von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches nicht zu einer Gefängnisstrafe führen könne, die höher wäre als diejenige, die der Assisenhof hätte auferlegen können.