3.2. Bij de tests botslichaam in de vorm van een hoofd tegen bovenkant motorkap is de bovenkant motorkap als gedefinieerd in punt 2.9 van deel I. Minstens achttien tests moeten worden uitgevoerd met het botslichaam in de vorm van een hoofd, zes op elk derde van de bovenkant motorkap, zoals beschreven in punt 2.9.8 van deel I, en wel op plaatsen waar de kans op letsel het grootst wordt geacht.
3.2. Die Prüfungen mit den Kopfform-Schlagkörpern erfolgen auf die in Teil I Nummer 2.9 definierte Fronthaubenoberseite. Es sind mindestens 18 Prüfungen durchzuführen: 6 auf jedes der in Teil I Nummer 2.9.8 definierten Fronthaubendrittel und an den Stellen, die voraussichtlich am ehesten Verletzungen verursachen.