Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: is artikel 3 van richtlijn 98/5/EG, aldus uitgelegd, ongeldig in het licht van artikel 4, lid 2, VEU voor zover op grond daarvan een regeling van een lidstaat kan worden omzeild waarin de toegang tot het beroep van advocaat afhankelijk is gesteld van een staatsexamen dat is voorgeschreven door de grondwet van deze Staat en deel uitmaakt van de fundamentele beginselen ter bescherming van de afnemers van beroepswerkzaamheden en een goede rechtsbedeling?
Falls die erste Frage verneint wird: Ist Art. 3 der Richtlinie 98/5 in dieser Auslegung im Hinblick auf Art. 4 Abs. 2 EUV insoweit ungültig, als er es erlaubt, die Rechtsvorschriften eines Mitgliedstaats zu umgehen, die den Zugang zum Rechtsanwaltsberuf vom Bestehen einer Staatsprüfung abhängig machen, die von der Verfassung dieses Staates vorgeschrieben ist und die zu den grundlegenden Prinzipien des Schutzes der Nutzer der beruflichen Tätigkeiten und einer ordnungsgemäßen Rechtspflege gehören?