Traduction de «alle beleidsonderdelen prioritair zijn en daarom waar mogelijk deel » (Néerlandais → Allemand) :

· betoogt dat de voorlichting van consumenten en hun betrokkenheid in alle beleidsonderdelen prioritair zijn en daarom waar mogelijk deel moeten uitmaken van alle in het kader van het nieuwe programma gefinancierde acties met betrekking tot: (1) veiligheid, (2) voorlichting en opleiding, (3) rechten en rechtsmiddelen en (4) handhaving;
macht geltend, dass die Verbraucherinformation und -beteiligung eine Querschnittspriorität ist und daher soweit wie möglich in alle Maßnahmen einbezogen werden muss, die im Rahmen des neuen Programms finanziert werden und nach den folgenden vier Zielen gegliedert sind: (1) Sicherheit, (2) Information und Bildung, (3) Rechte und Rechtsschutz und (4) Durchsetzung;

66. is van mening dat het cohesiebeleid van de EU de inspanningen van de lidstaten om de economische bedrijvigheid nieuw leven in te blazen en de werkgelegenheid op hun grondgebied te bevorderen, stimuleert en aanvult, en derhalve een essentieel instrument is waarmee de Unie het hoofd kan helpen bieden aan de huidige situatie door de uitvoering van de noodzakelijke structurele hervormingen te sturen en vorm te geven, door de investeringen te concentreren op prioritaire maatregelen om voor een maximale impact ervan op de sociaal-economische situatie van een regio of lidstaat te zorgen, door de economie te stimuleren en door bij te dragen aan het scheppen van nieuwe banen voor jongeren; roept de lidstaten daarom op volledig en op gecoördineerde wijze gebruik te maken van de beschikbare EU-fondsen (EFRO, ESF, Cohesiefonds, ELFPO en EFMV), teneinde jongeren in staat te stellen actief deel te nemen aan economie en maatschappij; benadrukt dat rekening moet worden gehouden met specifieke regionale kenmerken, aangezien die doorslaggevend kunnen zijn voor het al dan niet slagen van initiatieven van jongeren, in de hele EU en met name in de meest benadeelde en ultraperifere regio's, waar investeringen nodig zijn om economische, sociale en territoriale cohesie te waarborgen;
66. ist der Auffassung, dass die Kohäsionspolitik der EU, indem sie die Anstrengungen der Mitgliedstaaten beim Ankurbeln der Wirtschaftstätigkeit und bei der Beschäftigungsförderung auf ihrem gesamten Gebiet verstärkt und ergänzt und die Umsetzung von erforderlichen Strukturreformen leitet und gestaltet sowie die Investitionen auf vorrangige Maßnahmen lenkt, eines der grundlegenden Instrumente der Union zur Überwindung der aktuellen Lage darstellt; dabei sollen die Auswirkungen der Investitionen auf die sozioökonomische Lage einer Region oder eines Mitgliedstaats maximiert werden, so dass die Wirtschaft angekurbelt und neue Arbeitsplätze für junge Menschen geschaffen werden; fordert daher die Mitgliedstaaten auf, verfügbare EU-Mittel (EFRE, ESF, KF, ELER und EMFF) umfassend und in koordinierter Weise zu nutzen, um jungen Menschen eine aktive Teilhabe an der Wirtschaft und an der Gesellschaft zu ermöglichen; betont darüber hinaus, dass regionale Besonderheiten berücksichtigt werden sollten, weil diese den Erfolg bzw. Misserfolg der Initiativen junger Menschen in der gesamten EU und insbesondere in den benachteiligtsten Gebieten und den Gebieten in äußerster Randlage bestimmen können, wo Investitionen benötigt werden, um den wirtschaftlichen, sozialen und territorialen Zusammenhalt sicherzustellen;

15. meent dat het daarom van groot belang is een tijdschema te coördineren om marine strategische actieplannen op belangrijke programma’s op het niveau van de EU, zoals de structuurfondsen van de EU, af te stemmen ten einde daarmee het grootst mogelijke profijt te kunnen trekken van coördinatie met bestaande programma's; is van mening dat de actieplannen daarom uiterlijk in 2012 moeten zijn aangepast om zo de coördinatie met de opzet van structuurplannen vanaf 2014 te vergemakkelijken; benadrukt dat coördinatie met het fonds voor de landbouw van de EU van bijzonder groot belang is voor de regio’s waar landbouw voor een belangrijk deel van de lozingen in zee verantwoordelijk is;
15. ist deshalb der Auffassung, dass es wichtig ist, einen Zeitplan zur Ausarbeitung von Maßnahmeplänen für die Meeresstrategie wichtigen Programmen auf Gemeinschaftsebene, unter anderem dem Strukturfonds, anzupassen, um einen größtmöglichen Gewinn durch Abstimmung mit den bestehenden Programmen zu erreichen; stellt fest, dass die Ausarbeitung des Maßnahmeplans somit spätestens 2012 abgeschlossen sein muss, um eine Koordinierung mit der Ausarbeitung des Strukturprogramms ab 2014 zu ermöglichen; ist ferner der Auffassung, dass eine Koordinierung mit dem EU-Agrarfonds für die Regionen von besonderer Bedeutung ist, in denen die Landwirtschaft für einen erheblichen Teil der Einleitungen in die Meere verantwortlich ist;

1. benadrukt dat India, Pakistan en China (waaraan Pakistan in 1963 de Trans-Karakoram Strook heeft afgestaan) belangrijke EU-partners zijn en dat eerstgenoemd land de status van strategische partner geniet; meent dat het aanslepende conflict langs de bestandslijn het best door de constante inzet van de regeringen van India en Pakistan samen kan worden opgelost en door de bevolking van alle delen van het voormalige prinsdom daarbij te betrekken; denkt evenwel dat de EU iets te bieden kan hebben vanwege haar ervaring in het verleden met succesvolle conflictoplossing in een multi-etnische, multinationale, multireligieuze context; biedt daarom deze resolutie en mogelijke vergaderingen die eruit kunnen voortvloeien aan als deel van een gemeenschappelijke ervaring waar ook de EU van kan leren; wijst andermaal op het belang van voortgezette steun van de EU aan zowel India als Pakistan, nu deze landen het vredesproces van 2004 verwerkelijken;
1. weist mit Nachdruck darauf hin, dass Indien, Pakistan und China (an das Pakistan 1963 das Gebiet jenseits des Karakorum-Gebietes abtrat) wichtige Partner der Europäischen Union sind, wobei die Beziehungen zu den beiden ersten Ländern den Status einer strategischen Partnerschaft haben; ist davon überzeugt, dass eine Beilegung des anhaltenden Konflikts entlang der Grenz- und Kontrolllinie am besten durch ein ständiges Engagement der Regierungen Indiens und Pakistans erreicht werden kann, wobei die Bevölkerungen aller Teile des ehemaligen Fürstentums einbezogen werden muss; ist jedoch der Auffassung, dass die Europäische Union aufgrund früherer Erfahrungen der erfolgreichen Konfliktbewältigung in einem multi-ethnischen, multi-nationalen und multi-religiösen Rahmen hier etwas zu bieten hat; bietet daher diese Entschließung und alle Treffen, die sich daraus ergeben könnten, als Teil einer gemeinsamen Erfahrung an, von der auch die Europäische Union lernen kann; betont erneut die Bedeutung einer anhaltenden Unterstützung der Europäischen Union sowohl für Indien als auch für Pakistan bei der Umsetzung des Friedensprozesses 2004;

(15) Overwegende dat het, om het communautaire karakter van het optreden van de Fondsen te waarborgen, dienstig is dat de zones waar sociaal-economische veranderingen in de industrie plaatsvinden en de in verval geraakte plattelandszones, zoveel mogelijk worden vastgesteld aan de hand van objectieve indicatoren die op communautaire schaal worden toegepast; dat bovendien de bevolking die door deze prioritaire doelstelling wordt bestreken, op communautair niveau en bij wijze van indicatie, over het geheel genomen voor de industriezones ongeveer 10 % van de bevolking van de Gemeenschap, voor de plattelandszones 5 %, voor de stedelijke zones 2 % en voor de visserijzones 1 % moet uitmaken; dat, om te waarborgen dat elke lidstaat op billijke wijze aan de totale concentratie-inspanning bijdraagt, het deel van de bevolking dat in 2006 door de in deze verordening neergelegde doelstelling 2 wordt bestreken, ten opzichte van het in 1999 door de in Verordening (EEG) nr. 2052/88 neergelegde doelstellingen 2 en 5b bestreken deel van de bevolking niet meer dan een derde kleiner mag zijn;
(15) Um den Gemeinschaftscharakter der Tätigkeit der Fonds zu gewährleisten, sind die im sozioökonomischen Wandel begriffenen Gebiete im Industriesektor sowie die ländlichen Gebiete mit rückläufiger Entwicklung soweit möglich anhand objektiver, auf Gemeinschaftsebene angewandter Kriterien festzulegen. Außerdem sollte gemeinschaftsweit - als Richtwert - die unter dieses vorrangige Ziel fallende Bevölkerung bei den Industriegebieten 10 v. H., bei den ländlichen Gebieten 5 v. H., bei den städtischen Gebieten 2 v. H. und bei den Fischereigebieten 1 v. H. der Gemeinschaftsbevölkerung betragen. Um sicherzustellen, daß sich alle Mitgliedstaaten in angemessener Weise an den Gesamtbemühungen um eine Konzentration beteiligen, sollte die höchstmögliche Verringerung der Bevölkerungsabdeckung des neuen Ziels 2 gemäß der vorliegenden Verordnung im Jahr 2006 gegenüber der der Ziele 2 und 5b gemäß der Verordnung (EWG) Nr. 2052/88 im Jahr 1999 nicht mehr als ein Drittel betragen.