2. Schendt artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzover dit artikel ' elke syndicale organisatie erkend in de zin van artikel 12 die aangesloten is bij een syndicale organisatie die in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd is ' ambtshalve als representatief beschouwt voor de toepassing van de wet van 11 juli 1978, terwijl enerzijds de organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad in de praktijk geenszins representatief blijken te zijn voor het personeel genoemd in artikel 1 van de genoemde wet van 11 juli 1978, en terw
ijl anderz ...[+++]ijds deze ambtshalve representativiteit tot gevolg heeft dat slechts één enkele professionele vakorganisatie van militairen als representatief kan worden beschouwd, overeenkomstig het tweede lid van artikel 5 wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst ?2. Verstösst Artikel 5 des Gesetzes vom 11. Juli 1978 zur Organisation der Beziehungen zwischen den Behörden und den Gewerkschaften des Militärpersonals der Land-, Luft- und Seestreitkräfte und des Sanitätsdienstes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern dieser Artikel ' jede im Sinne von Artikel 12 anerkannte Gewerkschaftsorganisation, die einer im Nationalen Arbeitsrat vertretenen Gewerkschaftsorganisation angeschlossen ist ' für die Anwendung des Gesetzes vom 11. Juli 1978 von Amts wegen als repräsentativ betrachtet, während einerseits die im Nationalen Arbeitsrat vertretenen Organisationen sich für das in Artikel 1 des besagten Gesetzes vom 11. Juli 1978 genannte Personal in der Praxis keineswegs als repräsentativ erweisen
...[+++]und andererseits diese von Amts wegen geltende Repräsentativität dazu führt, dass nur eine einzige berufliche Gewerkschaftsorganisation von Militärpersonen als repräsentativ betrachtet werden kann, gemäss Absatz 2 von Artikel 5 des Gesetzes vom 11. Juli 1978 zur Organisation der Beziehungen zwischen den Behörden und den Gewerkschaften des Militärpersonals der Land-, Luft- und Seestreitkräfte und des Sanitätsdienstes?