14". mobiliteit": het zich fysiek naar een ander land begeven om er te studeren, werkervaring op te doen, onderzoek te doen, een andere leer-, onderwijs- of onderzoekservaring of daarmee verband houdende administratieve activiteit uit te oefenen, wat zoveel mogelijk wordt ondersteund door voorbereidende maatregelen om de taal van het gastland te leren;
14. „Mobilität“: physischer Wechsel einer Person in ein anderes Land, um dort zu studieren, ein Praktikum zu absolvieren oder einer anderen Lehr- oder Lernaktivität bzw. einer damit verbundenen administrativen Tätigkeit nachzugehen, wenn immer möglich ergänzt durch Vorbereitungsmaßnahmen zum Erlernen der Sprache des Aufnahmelandes;