4. Indien een desbetreffende autoriteit van een derde land overeenkomstig lid 2 of lid 3 een hoger anticyclisch bufferpercentage voor een derde land vaststelt dan het bestaande anticyclische bufferpercentage, bepalen de aangewezen autoriteiten vanaf welke datum de instellingen waaraan in eigen land een vergunning is verleend, dit bufferpercentage bij de berekening van hun instellingsspecifieke anticyclische kapitaalbuffer moeten toepassen.
4. Legt eine zuständige Drittlandsbehörde für dieses Drittland gemäß Absatz 2 oder 3 eine über die geltende Puffer-Quote hinausgehende Quote für den antizyklischen Kapitalpuffer fest, so setzen die benannten Behörden das Datum fest, ab dem die im Inland zugelassenen Institute diese Puffer-Quote für die Berechnung ihres institutsspezifischen antizyklischen Kapitalpuffers anwenden müssen.