(i) de bevoegdheden die ambtenaren en ander overheidspersoneel van de zendstaat(staten) in de gastlidstaat mogen uitoefenen gedurende de operatie; tot deze bevoegdheden behoort in het bijzonder het recht van observatie, achtervolging, arrestatie en verhoor;
(i) die Befugnisse, die die Beamten und sonstigen Bediensteten des Entsendemitgliedstaats/der Entsendemitgliedstaaten während des Einsatzes im Aufnahmemitgliedstaat ausüben dürfen; zu diesen Befugnissen sollen insbesondere das Recht auf Beobachtung, auf Nacheile, auf Festnahme und auf Vernehmung zählen;
