Vertaling van "autoriteit ondergraven " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

gerechtelijke autoriteit | justitiële autoriteit | rechterlijk orgaan | rechterlijke autoriteit | rechterlijke instantie | rechterlijke overheid
Gericht | Justizbehörde | Organ der Rechtspflege | Organ mit richterlichen Aufgaben | Rechtsorgan

Palestijnse Autoriteit | Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook | Palestijnse Nationale Autoriteit | PA [Abbr.] | PNA [Abbr.]
Palästinensische Behörde | Palästinensische Exekutivbehörde

controlerende autoriteit | toezichthoudende autoriteit(en)
Aufsichtsbehörde | Kontrollbehörde

bezettende autoriteit
Besatzungsbehörde

autoriteit belast met de grensbewaking
grenzüberwachende Behörde

tuchtrechtelijke autoriteit
Disziplinarbehörde

diplomatieke autoriteit
diplomatische Vertretung

verzoekende autoriteit
ersuchende Behörde

Autoriteit financiële diensten en markten | FSMA
Autorität Finanzielle Dienste und Märkte | FSMA

aangezochte autoriteit
ersuchte Behörde

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

6. neemt er kennis van dat de autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad; is ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om "draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;
6. nimmt die Änderung der Verfahren der Behörde vom Dezember 2010 zur Umsetzung der sich aus Artikel 16 Absatz 2, sowie Artikel 17 und 19 des Statuts der Beamten der Europäischen Union und den Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften ergebenden Verpflichtungen, wie sie in der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates festgelegt sind, zur Kenntnis; hat Kenntnis davon erhalten, dass allen 20 Mitarbeitern, die 2010 die Behörde verließen, ein Schreiben mitgegeben wurde, in dem sie an ihre Verpflichtungen gegenüber der Behörde erinnert wurden; fordert die Behörde auf, die Anwendung ihrer Vorschriften und Verfahren zu verbessern, um Wechsel ihrer Mitarbeiter zwischen öffentlichem Dienst und Privatsektor („revolving door“) zu vermeiden, auf die der Europäische Bürgerbeauftragte vor kurzem hingewiesen hat; ist der Ansicht, dass Probleme bei der Umsetzung von Personalvorschriften und den Interessenerklärungen die Glaubwürdigkeit der Behörde erschüttern;

33. neemt er kennis van dat de Autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad; werd ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de Autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om "draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;
33. nimmt die Änderung der Verfahren der Behörde vom Dezember 2010 zur Umsetzung der sich aus Artikel 16 Absatz 2 sowie Artikel 17 und 19 des Statuts der Beamten der Europäischen Union und den Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften ergebenden Verpflichtungen, wie sie in der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates festgelegt sind, zur Kenntnis; erklärt, Kenntnis davon erhalten zu haben, dass allen 20 Mitarbeitern, die 2010 die Behörde verließen, ein Schreiben mitgegeben wurde, in dem sie an ihre Verpflichtungen gegenüber der Behörde erinnert wurden; fordert die Behörde auf, die Anwendung ihrer Vorschriften und Verfahren zu verbessern, um Fälle von Interessen berührenden Personalwechseln („revolving door“) zu vermeiden, auf die der Europäische Bürgerbeauftragte vor kurzem hingewiesen hat; ist der Ansicht, dass Probleme bei der Umsetzung von Personalvorschriften und bei Interessenerklärungen die Glaubwürdigkeit der Behörde erschüttern;

32. neemt er kennis van dat de Autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad; werd ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de Autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om „draaideurgevallen”, die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;
32. nimmt die Änderung der Verfahren der Behörde vom Dezember 2010 zur Umsetzung der sich aus Artikel 16 Absatz 2 sowie Artikel 17 und 19 des Statuts der Beamten der Europäischen Union und den Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften ergebenden Verpflichtungen, wie sie in der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates festgelegt sind, zur Kenntnis; erklärt, Kenntnis davon erhalten zu haben, dass allen 20 Mitarbeitern, die 2010 die Behörde verließen, ein Schreiben mitgegeben wurde, in dem sie an ihre Verpflichtungen gegenüber der Behörde erinnert wurden; fordert die Behörde auf, die Anwendung ihrer Vorschriften und Verfahren zu verbessern, um Fälle von Interessen berührenden Personalwechseln („revolving door“) zu vermeiden, auf die der Europäische Bürgerbeauftragte vor kurzem hingewiesen hat; ist der Ansicht, dass Probleme bei der Umsetzung von Personalvorschriften und bei Interessenerklärungen die Glaubwürdigkeit der Behörde erschüttern;

4. benadrukt opnieuw dat het van belang is een rechtvaardige en duurzame vrede tot stand te brengen in het Midden-Oosten en in het bijzonder tussen Israëliërs en Palestijnen; verzoekt beide partijen onverwijld rechtstreekse onderhandelingen te hervatten in het kader van overeengekomen stappenplannen voor vrede, om te komen tot een omvattende overeenkomst op de grondslag van het bestaan van twee democratische, soevereine en levensvatbare staten wier bevolking overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de VN-veiligheidsraad woont binnen veilige en internationaal erkende grenzen; verzoekt beide partijen geen verdere belemmeringen of excuses aan te voeren om de onderhandelingen niet te hervatten; verzoekt beide partijen te voorkomen dat er maatregelen worden genomen die het vooruitzicht op een tweestatenoplossing kunnen ondergraven; vraagt de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse leiders hun uiterste best te doen om een eind te maken aan de veelvuldige aanvallen met Qassam-raketten die vanuit de Gazastrook zonder specifiek doel worden afgevuurd op Israëlisch grondgebied; verzoekt de Israëlische regering een eind te maken aan de uitbreiding van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jerusalem;
4. betont, dass im Nahen Osten, und insbesondere zwischen Israelis und Palästinensern, ein gerechter und dauerhafter Frieden erreicht werden muss; fordert beide Seiten zur unverzüglichen Wiederaufnahme direkter Verhandlungen im Rahmen des vereinbarten Friedensplans (Roadmap for Peace) auf, damit ein umfassendes Übereinkommen erzielt wird, das auf dem Bestehen zweier demokratischer, souveräner und lebensfähiger Staaten fußt, deren Einwohner in sicheren, international anerkannten Grenzen leben, die den einschlägigen Resolutionen des UN-Sicherheitsrats entsprechen; fordert beide Seiten auf, keine weiteren Hindernisse oder Bedingungen für die Gegenseite aufzustellen, die eine Wiederaufnahme der Gespräche verhindern; fordert beide Seiten auf, alles zu unterlassen, was die Aussicht auf eine Zwei-Staaten-Lösung untergraben könnte; fordert die Palästinensische Behörde sowie die palästinensischen Führer auf, alles in ihrer Macht stehende zu unternehmen, um den zahlreichen Angriffen mit Kassam-Raketen, die vom Gazastreifen aus ziellos auf israelisches Gebiet abgeschossen werden, ein Ende zu setzen; fordert die israelische Regierung auf, den Ausbau der Siedlungen im Westjordanland und in Ostjerusalem zu stoppen;