De programma's worden gecofinancierd door de lidstaat enerzijds en de Gemeenschap anderzijds, hetzij tegen een 50/50-ratio, hetzij tegen een 75/25-ratio in de zogenaamde "convergentieregio's, waar het BBP/capita lager ligt, en in de ultraperifere gebieden.
Die Kofinanzierungsrate der Programme soll 50 % betragen bzw. 75 % in sogenannten Konvergenzregionen, in denen das Pro-Kopf-BIP geringer ist, und in Regionen in äußerster Randlage.