Vertaling van "begunstigden ervan aangezien " (Nederlands → Duits) :

Aangezien het mogelijk is dat de begunstigden in het aanvraagjaar 2015 in hun teeltplan aanpassingen met betrekking tot het gewas of de locatie ervan moeten aanbrengen, dient de bepaling op grond waarvan de lidstaten de begunstigde kunnen toestaan de inhoud van de verzamelaanvraag te wijzigen wat betreft het gebruik van de landbouwpercelen, evenwel van toepassing te zijn met ingang van 1 januari 2015.
Da es sein kann, dass Begünstigte den Anbauplan hinsichtlich der Anbaupflanzen oder deren Standort im Antragsjahr 2015 ändern müssen, sollte die Bestimmung, wonach Mitgliedstaaten dem Begünstigten gestatten können, den Inhalt des Sammelantrags hinsichtlich der Nutzung der landwirtschaftlichen Parzellen zu ändern, jedoch ab dem 1. Januar 2015 gelten.

Bij de beoordeling, in het arrest nr. 102/2003 van 22 juli 2003, van de aanstelling in de graad van commissaris van vroegere leden van de bewakings- en opsporingsbrigades van de vroegere rijkswacht werd de evenredigheid van die maatregel uitdrukkelijk verantwoord door het feit dat de aanstelling, door de aard zelf ervan, slechts een functioneel voordeel toekent aan de begunstigden ervan, aangezien zij onderworpen bleven aan de statutaire regels die van toepassing zijn op het middenkader van de geïntegreerde politie en zij het voordeel van de aanstelling verliezen wanneer zij de gerechtelijke pijler verlaten (B.32.2.4).
Bei der im Urteil Nr. 102/2003 vom 22. Juli 2003 vorgenommenen Beurteilung der Einsetzung der ehemaligen Mitglieder der Uberwachungs- und Fahndungsbrigaden der ehemaligen Gendarmerie in den Dienstgrad eines Kommissars wurde die Verhältnismässigkeit dieser Massnahme ausdrücklich mit dem Umstand gerechtfertigt, dass die Einsetzung durch ihre eigentliche Beschaffenheit den Begünstigten lediglich einen funktionalen Vorteil gewährt, da sie weiterhin den statutarischen Regeln unterliegen, die auf das Personal im mittleren Dienst der integrierten Polizei Anwendung finden, und sie den Vorteil der Einsetzung verlieren, wenn sie den gerichtspolizeilichen Bereich verlassen (B.32.2.4).

3. is van mening dat transparantie bij de toewijzing van middelen de juiste uitvoering ervan ten goede komt en een essentiële voorwaarde vormt voor het verwezenlijken van de algemene cohesiebeleidsdoelstellingen, en dat die transparantie dus in alle fasen van de uitvoering moet worden vergroot; is van mening dat het bekendmaken van de lijst met begunstigden moet worden voortgezet, met name online, aangezien dit een efficiënt instrument is om de transparantie te verbeteren; meent dat de opstelling van communautaire strategische richtsnoeren en de invoering van de strategische verslagen als nieuw instrument hebben bijgedragen tot meer verantwoordingsplicht bij het vaststellen van beleidsdoelstellingen; roept in dit verband op tot regelmatig politiek overleg ter verbetering van de transparantie, verantwoording en evaluatie van de effecten van het cohesiebeleid;
3. ist der Auffassung, dass Transparenz bei der Mittelzuweisung die ordnungsgemäße Umsetzung fördert und eine der wichtigsten Vorbedingungen für die Erreichung der übergeordneten Ziele der Kohäsionspolitik ist, weswegen sie in allen Phasen der Umsetzung gestärkt werden muss; ist davon überzeugt, dass die Offenlegung der Liste von Empfängern – vor allem online – beibehalten werden sollte, da sie ein effizientes Mittel zur Verbesserung der Transparenz ist; ist der Meinung, dass die Aufstellung von Leitlinien der Gemeinschaft und die Einführung der Erstellung von Strategieberichten als ein neues Instrument zu einer gesteigerten Rechenschaftspflicht hinsichtlich der Erreichung politischer Ziele beigetragen haben; fordert in diesem Zusammenhang eine regelmäßige politische Debatte, um die Transparenz, Rechenschaftspflicht und Abschätzung der Folgen der Kohäsionspolitik zu verbessern;

Schendt artikel 30, § 2, van de wet van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, ten aanzien van de termijn van de burgerlijke rechtsvorderingen die voortvloeien uit de toepassing van de voormelde wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, een verschil in behandeling invoert tussen de begunstigden van die wet, namelijk de werknemers, enerzijds, en de andere begunstigden van de wet, aangezien die burgerlijke rechtsvorderingen zijn onderworpen aan een termijn van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat die termijn voor de werknemers langer kan zijn dan één jaar na de beëindiging van de arbeidsrelatie ?
Verstösst Artikel 30 § 2 des Gesetzes vom 7. Mai 1999 über die Gleichbehandlung von Männern und Frauen in Bezug auf die Arbeitsbedingungen, den Zugang zur Beschäftigung und zu Aufstiegsmöglichkeiten, den Zugang zu einem selbständigen Beruf und die ergänzenden Systeme der sozialen Sicherheit gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er in Bezug auf die Frist für die Zivilklagen, die sich aus der Anwendung des vorerwähnten Gesetzes oder seiner Ausführungserlasse ergeben, zu einem Behandlungsunterschied zwischen den Begünstigten dieses Gesetzes führt, nämlich den Arbeitnehmern einerseits und den anderen Begünstigten des Gesetzes andererseits, indem die Zivilklagen einer Frist von fünf Jahren nach dem Ereignis, das die Klage ausgelöst hat, unterliegen, ohne dass diese Frist für die Arbeitnehmer mehr als ein Jahr nach dem Ende des Arbeitsverhältnisses betragen darf?

Schendt artikel 30, § 2, van de wet van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, ten aanzien van de termijn van de burgerlijke rechtsvorderingen die voortvloeien uit de toepassing van de voormelde wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, een verschil in behandeling invoert tussen de begunstigden van die wet, namelijk de werknemers, enerzijds, en de andere begunstigden van de wet, aangezien die burgerlijke rechtsvorderingen zijn onderworpen aan een termijn van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat die termijn voor de werknemers langer kan zijn dan één jaar na de beëindiging van de arbeidsrelatie ?
Verstösst Artikel 30 § 2 des Gesetzes vom 7. Mai 1999 über die Gleichbehandlung von Männern und Frauen im Bereich der Arbeitsbedingungen, des Zugangs zum Arbeitsprozess und zu den Aufstiegsmöglichkeiten, des Zugangs zu einem selbständigen Beruf und der ergänzenden Regelungen der sozialen Sicherheit gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er in Bezug auf die Frist für die Zivilklagen, die sich aus der Anwendung des vorerwähnten Gesetzes oder seiner Ausführungserlasse ergeben, zu einem Behandlungsunterschied zwischen den Begünstigten dieses Gesetzes führt, nämlich den Arbeitnehmern einerseits und den anderen Begünstigten des Gesetzes andererseits, indem die Zivilklagen einer Frist von fünf Jahren nach dem Ereignis, das die Klage ausgelöst hat, unterliegen, ohne dass diese Frist für die Arbeitnehmer mehr als ein Jahr nach dem Ende des Arbeitsverhältnisses betragen darf?

De Commissie is ook van oordeel dat, ten behoeve van de toepassing van artikel 87, lid 1, van het Verdrag niet ter zake doet dat de regeling van artikel 39 CA van de CGI minder gunstig is voor deze begunstigden dan de vroegere regeling scheepsaandelen, aangezien de betrokken regeling door de Commissie dient te worden beoordeeld op het tijdstip van de tenuitvoerlegging ervan (70).
Nach Ansicht der Kommission ist es für die Anwendung von Artikel 87 Absatz 1 EG-Vertrag ebenfalls unerheblich, dass die Regelung nach Artikel 39 CA des CGI für diese Begünstigten weniger vorteilhaft ist als die frühere Regelung für Schiffsbeteiligungen (Régime des Quirats), da die Kommission die in Rede stehende Regelung zum Zeitpunkt ihrer Durchführung beurteilen muss (70)