In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1, 3°, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 « houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor soci
ale promotie of met beperkt leerplan », zoals dat artikel werd vervangen bij het koninklijk besluit nr. 269 v
an 31 december 1983 (bekrachtigd bij artikel 7, 7°, van de wet van 6 december 1984), gesteld door het Hof van Beroep
...[+++]te Brussel.In Sachen : Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 7 § 1 Nr. 3 Absatz 2 des königlichen Erlasses Nr. 63 vom 20. Juli 1982 « zur Abänderung der Bestimmungen der Besoldungsstatute, die auf das Unterrichtspersonal und das ihm gleichgestellte Personal des Vollzeitunterichts und des Weiterbildungs- oder Teilzeitunterrichts Anwendung finden », so wie dieser Artikel durch den königlichen Erlass Nr. 269 vom 31. Dezember 1983 (bestätigt durch Artikel 7 Nr. 7 des Gesetzes vom 6. Dezember 1984) ersetzt wurde, gestellt vom Appellationshof Brüssel.