11. herhaalt zijn oproep om de steun en bijstand van de EU aan Egypte, en andere landen van de Arabische Lente, bij de terugvordering van activa te versterken, zoals vermeld in zijn resoluties van 23 mei 2013 en 12 september 2013; benadrukt andermaal dat de EU het als een morele plicht ziet de teruggave van activa die door voormalige dictators en hun regimes gestolen zijn, in de hand te werken, en dat dit, vanwege de symboolwaarde, een politiek gevoelige kwestie is in de betrekkingen van de Unie met haar zuidelijke buurlanden;
11. bekräftigt seine Forderung nach einer Stärkung der Unterstützung und Hilfestellung der EU für Ägypten und andere Länder des Arabischen Frühlings bei der Rückführung von Vermögenswerten, wie in seinem Entschließungen vom 23. Mai 2013 und vom 12. September 2013 dargelegt wurde; betont erneut, dass die Erleichterung der Rückführung der von früheren Diktatoren und ihren Regimes gestohlenen Vermögenswerte ein moralischer Imperativ für die EU und aufgrund ihres Symbolwerts eine politisch wichtige Frage für die Beziehungen der EU zu ihrer südlichen Nachbarschaft ist;