19. benadrukt het belang van contractvrijheid voor alle rechthebbenden, die hun rechten vrij moeten kunnen uitoefenen; is van mening dat er een juridisch kader ontwikkeld moet worden dat uitgaat van feiten en dat rekening houdt met de ervaringen van alle belanghebbenden, en dat tevens de onderhandelingspositie en de contractuele positie van alle scheppende kunstenaars ten opzichte van andere rechthebbenden en tussenpersonen verbetert;
19. hebt hervor, dass alle Rechtsinhaber Vertragsfreiheit genießen müssen und die Möglichkeit zur freien Ausübung ihrer Rechte haben sollten; ist der Ansicht, dass ein Rechtsrahmen ausgearbeitet werden muss, der sich auf Fakten stützt und den Erfahrungen aller einschlägigen Interessenträger Rechnung trägt, mit dem aber auch die Verhandlungsposition und die vertragliche Stellung von Urhebern gegenüber anderen Rechtsinhabern und Vermittlern gestärkt werden;