Traduction de «bepaalde maatregelen waarover er tussen de drie instellingen reeds » (Néerlandais → Allemand) :

Dit gevaar bestaat voor bepaalde maatregelen waarover er tussen de drie instellingen reeds brede politieke overeenstemming bestaat.
Dieses Risiko besteht für bestimmte Maßnahmen, bei denen es bereits einen breiten politischen Konsens der drei Organe gibt.

68. benadrukt eens te meer het belang van het gezamenlijk betalingsplan 2015-2016 waarover het Europees Parlement, de Raad en de Commissie voorafgaand aan de begrotingsprocedure overeenstemming hebben bereikt, en dat een afspiegeling is van het engagement van de drie instellingen om de betalingsachterstand te verminderen; merkt op dat de drie instellingen hebben afgesproken volledig samen te werken om in de begroting 2016 tot een niveau van betalingskredieten te komen dat toelaat een dergelijke doelstelling te verwezenlijken, en dat de Commissie de gevraagde betalingskredieten voor 2016 op die basis heeft berekend; is van mening dat alle maatregelen ter beheersing van het risico van een onhoudbare betalingsachterstand moeten worden aangevuld met inspanningen voor een productievere gedachtewisseling en voor een betere samenwerkingsgeest tussen de Raad enerzijds en het Parlement en de Commissie anderzijds; herinnert eraan dat artikel 310 VWEU voorschrijft dat de ontvangsten en uitgaven op de Uniebegroting in evenwicht moeten zijn;
68. hebt erneut die Bedeutung des zwischen Parlament, Rat und Kommission vor dem Haushaltsverfahren vereinbarten gemeinsamen Zahlungsplans 2015–2016 hervor, in dem die erklärte Absicht der drei Organe zum Ausdruck kommt, den Rückstand bei den noch ausstehenden Zahlungen abzubauen; stellt fest, dass die drei Organe vereinbart haben, bei der Genehmigung von Mitteln für Zahlungen im Haushaltsplan 2016 uneingeschränkt zu kooperieren, und zwar auf einem Niveau, mit dem dieses Ziel zu erreichen ist, und stellt ferner fest, und dass die Kommission die für 2016 beantragten Mittel für Zahlungen entsprechend veranschlagt hat; vertritt die Auffassung, dass man sich zusätzlich zu den Maßnahmen, mit denen das Risiko eines untragbaren Rückstands verringert werden soll, um einen produktiveren Meinungsaustausch und eine bessere Zusammenarbeit zwischen dem Rat einerseits und Parlament und Kommission andererseits bemühen sollte; weist darauf hin, dass gemäß Artikel 310 AEUV der Haushaltsplan der Union in Einnahmen und Ausgaben auszugleichen ist;

65. benadrukt eens te meer het belang van het gezamenlijk betalingsplan 2015-2016 waarover het Europees Parlement, de Raad en de Commissie voorafgaand aan de begrotingsprocedure overeenstemming hebben bereikt, en dat een afspiegeling is van het engagement van de drie instellingen om de betalingsachterstand te verminderen; merkt op dat de drie instellingen hebben afgesproken volledig samen te werken om in de begroting 2016 tot een niveau van betalingskredieten te komen dat toelaat een dergelijke doelstelling te verwezenlijken, en dat de Commissie de gevraagde betalingskredieten voor 2016 op die basis heeft berekend; is van mening dat alle maatregelen ter beheersing van het risico van een onhoudbare betalingsachterstand moeten worden aangevuld met inspanningen voor een productievere gedachtewisseling en voor een betere samenwerkingsgeest tussen de Raad enerzijds en het Parlement en de Commissie anderzijds; herinnert eraan dat artikel 310 VWEU voorschrijft dat de ontvangsten en uitgaven op de Uniebegroting in evenwicht moeten zijn;
65. hebt erneut die Bedeutung des zwischen Parlament, Rat und Kommission vor dem Haushaltsverfahren vereinbarten gemeinsamen Zahlungsplans 2015–2016 hervor, in dem die erklärte Absicht der drei Organe zum Ausdruck kommt, den Rückstand bei den noch ausstehenden Zahlungen abzubauen; stellt fest, dass die drei Organe vereinbart haben, bei der Genehmigung von Mitteln für Zahlungen im Haushaltsplan 2016 uneingeschränkt zu kooperieren, und zwar auf einem Niveau, mit dem dieses Ziel zu erreichen ist, und stellt ferner fest, und dass die Kommission die für 2016 beantragten Mittel für Zahlungen entsprechend veranschlagt hat; vertritt die Auffassung, dass man sich zusätzlich zu den Maßnahmen, mit denen das Risiko eines untragbaren Rückstands verringert werden soll, um einen produktiveren Meinungsaustausch und eine bessere Zusammenarbeit zwischen dem Rat einerseits und Parlament und Kommission andererseits bemühen sollte; weist darauf hin, dass gemäß Artikel 310 AEUV der Haushaltsplan der Union in Einnahmen und Ausgaben auszugleichen ist;

62. betreurt andermaal dat er nog altijd geen duidelijk plan en gedragscode overeengekomen zijn tussen het Parlement, de Raad en de Commissie in overleg met het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's die zorgen voor adequate samenwerking en volledige betrokkenheid van de drie EU-instellingen bij vereiste aanpak van de maatregelen die aansluiten op de strategie van Lissabon; vraagt de Raad en de Commissie dan ook om onmiddellijk voorstellen voor nauwe samenwerking van de desbetreffende EU-instellingen met het oog op de komende herziening van de geïntegreerde beleidslijnen voor te leggen, en na te denken over de structuur van de agenda voor Lissabon II die binnenkort moet worden bepaald;
62. bedauert erneut, dass das Parlament, der Rat und die Kommission in Konsultation mit dem Europäischen Wirtschafts- und Sozialausschuss und dem Ausschuss der Regionen nach wie vor keinen eindeutigen Plan und Verhaltenskodex vereinbart haben, mit dem eine angemessene Zusammenarbeit und eine umfassende Einbeziehung aller betreffenden Organe und Einrichtungen der Union in die entsprechende weitere Verfolgung der Lissabon-Strategie gewährleistet werden würden; fordert in diesem Zusammenhang den Rat und die Kommission auf, unverzüglich Vorschläge für eine enge Zusammenarbeit der relevanten EU-Organe und Einrichtungen im Hinblick auf eine ausstehende Überarbeitung der integrierten politischen Leitlinien zu unterbreiten sowie die Überlegungen zur anstehenden Lissabon-II-Agenda und deren Struktur vorzulegen;

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een in bijlage II staande verklaring betreffende de betrouwbaarheidsverklaring (DAS). FRAUDEBESTRIJDING : WERKPROGRAMMA VAN DE COMMISSIE VOOR 1996 - CONCLUSIES "DE RAAD - staat positief tegenover het programma voor fraudebestrijding dat door de Commissie voor 1996 is ingediend ; - herinnert aan de conclusies van de Europese Raad van Madrid van 15 en 16 december 1995 betreffende fraude en bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen, en met name aan het verzoek van de Europese Raad aan de Lid-Staten en aan de Instellingen "de nodige maatregelen te nemen om een zelfde beschermingsniveau te waarborgen in de gehele Gemeenschap en voor de gehele begroting van de Gemeenschap en van het EOF" ; - stelt vast dat het programma van de Commissie aansluit bij deze conclusies en die van de Raad (ECOFIN) van 27 november 1995 en dat eveneens rekening wordt gehouden met bepaalde opmerkingen die door de Raad over het werkprogramma 1995 zijn gemaakt ; - steunt de algemene beleidslijnen voor specifieke acties die door de Commissie zijn gepland op basis van de vier hoofdlijnen die bij de presentatie van de fraudebestrijdingsstrategie in 1994 reeds zijn genoemd, waaronder : = voor wat betreft de versterking van de aanwezigheid op het terrein en betere ondersteuning van de praktische maatregelen : verbetering van de controles in derde landen, met name in de LMOE en de landen in het Middellandse-Zeegebied ; meer preventie met betrekking tot de onregelmatigheden bij het douanevervoer ; uitbreiding, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de nationale overheden, van het SCENT-netwerk voor wederzijdse bijstand tot andere sectoren dan de douane ; = voor wat betreft de versterking van het partnerschap tussen de Commissie en de Lid-Staten : de ontwikkeling van informatienetwerken, een betere exploitatie van de resultaten van de risicoanalyse, opleiding van de ambtenaren van de Lid-Staten ; bestudering, in het kader va ...
Der Rat billigte eine "Erklärung zur Zuverlässigkeitserklärung", die in der Anlage II wiedergegeben ist. BETRUGSBEKÄMPFUNG: ARBEITSPROGRAMM DER KOMMISSION FÜR 1996 - SCHLUSSFOL- GERUNGEN "DER RAT - begrüßt das von der Kommission für 1996 vorgelegte Programm zur Betrugs- bekämpfung; - verweist auf die vom Europäischen Rat am 15. und 16. Dezember 1995 in Madrid erzielten Schlußfolgerungen in bezug auf betrügerische Praktiken und den Schutz der finanziellen Interessen der Gemeinschaften und insbesondere auf dessen Ersuchen an die Mitgliedstaaten und die Organe der Union, "die erforderlichen Maßnahmen zu treffen, um einen gleichwertigen Schutz in der gesamten Gemeinschaft sowie im Rahmen des Gemeinschaftshaushalts und des EEF-Haushalts sicherzustellen"; - stellt fest, daß das Programm der Kommission sich in den Rahmen dieser Schlußfolgerungen sowie seiner eigenen Schlußfolgerungen vom 27. November 1995 einfügt und auch gewissen Bemerkungen Rechnung trägt, die er im Zusammenhang mit dem Arbeitsprogramm 1995 gemacht hat; - unterstützt die allgemeine Ausrichtung der von der Kommission geplanten spezifischen Aktionen auf die vier Schwerpunkte, die bereits bei der Vorlage der Strategie für die Betrugsbekämpfung im Jahre 1994 gesetzt wurden, im besonderen: = Verstärkung der Präsenz vor Ort und Unterstützung für die operationelle Tätigkeit: Verbesserung der Kontrollen in den Drittländern, insbesondere den MOEL und den Mittelmeerländern, wirksamere Vorbeugung gegen Unregelmäßigkeiten im Transitverkehr, Ausweitung der Amtshilfe im Rahmen des SCENT-Netzes auf andere Sektoren als den des Zollbereichs unter Beachtung der jeweiligen Zuständigkeiten der einzelstaatlichen Behörden; = Verstärkung der Partnerschaft zwischen der Kommission und den Mitgliedstaaten: Entwicklung der Informationsnetze, verbesserte Auswertung der Ergebnisse der Risikoanalyse, Aus- und Weiterbildung der Beamten der Mitgliedstaaten; entsprechend den Schlußfolgerungen des Europäischen Rates von Madrid und ...