Traduction de «beslechten betreffende » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

beslechten
beilegen

beslechten
entscheiden

beslissingen van het Gerecht die het geding ten gronde slechts gedeeltelijk beslechten
Entscheidungen des Gerichts über einen Teil des Streitgegenstands

een geschil beslechten
eine Streitigkeit auf gerichtlichem Wege beilegen

een geschil beslechten | uitspraak doen in een geschil
eine Streitsache schiedsrichterlich beilegen | eine Streitsache schlichten

Verdrag betreffende de Europese Unie [ EU-verdrag | Verdrag van Maastricht | VEU [acronym] voorontwerp van verdrag betreffende de Europese Unie ]
Vertrag über die Europäische Union [ EUV [acronym] EU-Vertrag | Maastrichter Vertrag | Vertragsentwurf zur Gründung einer Europäischen Union ]

verdrag nr. 183 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de herziening van het verdrag (herzien) betreffende de bescherming van het moederschap, 1952
Übereinkommen Nr. 183 der Internationalen Arbeitsorganisation über die Neufassung des Übereinkommens über den Mutterschutz (Neufassung), 1952

verzekering betreffende de industriële risico's
Versicherung zur Deckung industrieller Risiken

verzekering betreffende het vervoer | transportverzekering
Transportversicherung

provinciaal reglement betreffende de onbevaarbare waterlopen
Provinzialordnung über die nichtschiffbaren Wasserläufe

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Tot dusver heeft België een aantal voorschriften van de richtlijn niet correct omgezet in nationaal recht, met name de bepalingen betreffende een regeling voor consultaties over de luchthavengelden tussen luchthaven en luchtvaartmaatschappijen en de instelling van een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit die geschillen over luchthavengelden tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen moet beslechten.
Bislang hat Belgien bestimmte Anforderungen der Richtlinie nicht korrekt in nationales Recht umgesetzt. Dies betrifft insbesondere die Bestimmungen über die Einrichtung eines Konsultationssystems zwischen Flughäfen und Fluggesellschaften in Bezug auf die Entgelte sowie die Bestellung einer unabhängigen Aufsichtsbehörde zur Beilegung von diesbezüglichen Streitigkeiten zwischen Flughäfen und Fluggesellschaften.

Deze rechterlijke instantie diende een geschil te beslechten tussen het Nederlandse transportbedrijf Van Gend Loos en de Nederlandse belastingadministratie betreffende douanerechten die deze onderneming had moeten betalen voor goederen die uit Duitsland in Nederland waren ingevoerd.
Dieses Gericht hatte über einen Rechtsstreit zwischen dem niederländischen Transportunternehmen Van Gend Loos und der niederländischen Finanzverwaltung wegen Zöllen zu entscheiden, die das Unternehmen bei der Einfuhr von Waren aus Deutschland in die Niederlande entrichten musste.

« Schendt artikel 5 van de programmawet (II) van 27 december 2006 de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet, met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre het aan een administratief rechtscollege de bevoegdheid toevertrouwt om een geschil te beslechten betreffende de vaststelling en de verschuldigdheid van de vergoeding van de in gerechtszaken aangewezen deskundigen, terwijl de geschillen betreffende de vaststelling en de verschuldigdheid van de vergoeding van de andere burgers, of op zijn minst van sommigen onder hen, vallen onder de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken ?
« Verstösst Artikel 5 des Programmgesetzes (II) vom 27. Dezember 2006 gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 144 und 145 der Verfassung, Artikel 6 der Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern er einem administrativen Rechtsprechungsorgan die Zuständigkeit erteilt, einen Streitfall bezüglich der Festsetzung und Fälligkeit der Vergütung der in Gerichtsangelegenheiten bestellten Sachverständigen zu entscheiden, während Streitfälle bezüglich der Festsetzung und Fälligkeit der Vergütung der anderen Bürger - oder wenigstens einiger unter ihnen - in die Zuständigkeit der Gerichtshöfe und Gerichte fallen?

De richtlijn betreffende bemiddeling/mediation is van toepassing wanneer twee partijen die bij een grensoverschrijdend geschil zijn betrokken, vrijwillig overeenkomen om hun geschil door tussenkomst van een onpartijdige bemiddelaar/mediator te beslechten.
Die Mediationsrichtlinie kommt zur Anwendung, wenn zwei in eine grenzüberschreitende Streitigkeit verwickelte Parteien mit Hilfe eines Mediators freiwillig eine einvernehmliche Beilegung ihres Konflikts anstreben.

« Schendt artikel 5 van de programmawet (II) van 27 december 2006 de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet, met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre het aan een administratief rechtscollege de bevoegdheid toevertrouwt om een geschil te beslechten betreffende de vaststelling en de verschuldigdheid van de vergoeding van de in gerechtszaken aangewezen deskundigen, terwijl de geschillen betreffende de vaststelling en de verschuldigdheid van de vergoeding van de andere burgers, of op zijn minst van sommigen onder hen, vallen onder de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken ?
« Verstösst Artikel 5 des Programmgesetzes (II) vom 27. Dezember 2006 gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 144 und 145 der Verfassung, Artikel 6 der Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern er einem administrativen Rechtsprechungsorgan die Zuständigkeit erteilt, einen Streitfall bezüglich der Festsetzung und Fälligkeit der Vergütung der in Gerichtsangelegenheiten bestellten Sachverständigen zu entscheiden, während Streitfälle bezüglich der Festsetzung und Fälligkeit der Vergütung der anderen Bürger - oder wenigstens einiger unter ihnen - in die Zuständigkeit der Gerichtshöfe und Gerichte fällt?

Het ten tijde van de feiten in het bodemgeschil toepasselijke artikel 20, lid 3, van de richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 « betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit » bepaalde dat de lidstaten een van de partijen onafhankelijke bevoegde instantie dienden aan te wijzen die geschillen met betrekking tot de betrokken contracten en onderhandelingen moest beslechten.
Artikel 20 Absatz 3 der Richtlinie 96/92/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 19. Dezember 1996 « betreffend gemeinsame Vorschriften für den Elektrizitätsbinnenmarkt », der zum Zeitpunkt des Sachverhalts des Hauptverfahrens anwendbar war, bestimmte, dass die Mitgliedstaaten eine von den Parteien unabhängige zuständige Stelle benennen müssen, die für die Beilegung von Streitigkeiten im Zusammenhang mit den betreffenden Verträgen und Verhandlungen zuständig ist.

2. Schendt artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State luidens welk de afdeling Administratie van de Raad van State uitspraak doet ' bij wijze van arresten, over de beroepen tot nietigverklaring ( . ) tegen de administratieve beslissingen in betwiste zaken ', geïnterpreteerd in die zin dat de Raad van State niet bevoegd is om kennis te nemen van beroepen gericht tegen de jurisdictionele beslissingen van administratieve rechtscolleges die ressorteren onder de wetgevende macht meer bepaald voor wat betreft de jurisdictionele beslissingen van de Controlecommissie betreffende de financiering en de boekhouding van de politieke partijen, wanneer deze uitspraak doet krachtens artikel 4bis van de wet van 4 juli 1989, zoals ingevoegd bij de artikelen 1 en 2 van de wet van 12 juli 1994 betreffende de controle op de voor het publiek bestemde mededelingen en voorlichtingscampagnes van de overheid, in de mate dat wordt aangenomen dat de Controlecommissie is te beschouwen als een orgaan dat onder de wetgevende macht ressorteert -, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat aldus aan een categorie van rechtsonderhorigen het recht wordt ontzegd om een geschil dat verband houdt met hun recht om verkozen te worden door de Raad van State te laten beslechten ?
2. Verstösst Artikel 14 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dem zufolge die Verwaltungsabteilung des Staatsrats ' im Urteilswege über Nichtigkeitsklagen (..) gegen Entscheidungen in Verwaltungsstreitsachen ' befindet, dahingehend ausgelegt, dass der Staatsrat nicht zuständig ist, über Klagen gegen gerichtliche Entscheidungen von Verwaltungsgerichtsbarkeiten, die der gesetzgebenden Gewalt unterstehen, zu befinden - insbesondere hinsichtlich der gerichtlichen Entscheidungen der Kontrollkommission bezüglich der Finanzierung und der Buchführung der politischen Parteien, wenn diese kraft Artikel 4bis des Gesetzes vom 4. Juli 1989, eingefügt durch die Artikel 1 und 2 des Gesetzes vom 12. Juli 1994 bezüglich der Kontrolle über die für die Öffentlichkeit bestimmten Mitteilungen und Informationskampagnen der Behörden entscheidet, insofern angenommen wird, dass die Kontrollkommission als ein der gesetzgebenden Gewalt unterstehendes Organ zu betrachten ist -, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, weil somit einer Kategorie von Rechtsunterworfenen das Recht versagt wird, einen Streitfall, der mit ihrem passiven Wahlrecht zusammenhängt, vom Staatsrat erledigen zu lassen?

2. Schendt artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State luidens welk de afdeling Administratie van de Raad van State uitspraak doet " bij wijze van arresten, over de beroepen tot nietigverklaring (..) tegen de administratieve beslissingen in betwiste zaken" , geïnterpreteerd in die zin dat de Raad van State niet bevoegd is om kennis te nemen van beroepen gericht tegen de jurisdictionele beslissingen van administratieve rechtscolleges die ressorteren onder de wetgevende macht - meer bepaald voor wat betreft de jurisdictionele beslissingen van de Controlecommissie betreffende de financiering en de boekhouding van de politieke partijen, wanneer deze uitspraak doet krachtens artikel 4bis van de wet van 4 juli 1989, zoals ingevoegd bij de artikelen 1 en 2 van de wet van 12 juli 1994 betreffende de controle op de voor het publiek bestemde mededelingen en voorlichtingscampagnes van de overheid, in de mate dat wordt aangenomen dat de Controlecommissie is te beschouwen als een orgaan dat onder de wetgevende macht ressorteert -, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat aldus aan een categorie van rechtsonderhorigen het recht wordt ontzegd om een geschil dat verband houdt met hun recht om verkozen te worden door de Raad van State te laten beslechten ?
2. Verstösst Artikel 14 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dem zufolge die Verwaltungsabteilung des Staatsrats " im Urteilswege über Nichtigkeitsklagen (..) gegen Entscheidungen in Verwaltungsstreitsachen" befindet, dahingehend ausgelegt, dass der Staatsrat nicht zuständig ist, über Klagen gegen gerichtliche Entscheidungen von Verwaltungsgerichtsbarkeiten, die der gesetzgebenden Gewalt unterstehen, zu befinden - insbesondere hinsichtlich der gerichtlichen Entscheidungen der Kontrollkommission bezüglich der Finanzierung und der Buchführung der politischen Parteien, wenn diese kraft Artikel 4bis des Gesetzes vom 4. Juli 1989, eingefügt durch die Artikel 1 und 2 des Gesetzes vom 12. Juli 1994 bezüglich der Kontrolle über die für die Öffentlichkeit bestimmten Mitteilungen und Informationskampagnen der Behörden entscheidet, insofern angenommen wird, dass die Kontrollkommission als ein der gesetzgebenden Gewalt unterstehendes Organ zu betrachten ist -, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, weil somit einer Kategorie von Rechtsunterworfenen das Recht versagt wird, einen Streitfall, der mit ihrem passiven Wahlrecht zusammenhängt, vom Staatsrat erledigen zu lassen?

Twee van de aanpassingen die voortvloeien uit de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zijn de overbrenging van bepaalde aspecten van het visumbeleid - die voorheen in de overeenkomst waren geregeld doch thans uit hoofde van artikel 100C tot de bevoegdheid van de Gemeenschap behoren - naar de ontwerp-verordening en de mogelijkheid, die wordt geboden door artikel K.3, om het Hof van Justitie de bevoegdheid te verlenen geschillen in verband met de overeenkomst te beslechten.
Zu den Anpassungen, die sich aus dem Inkrafttreten des Vertrags über die Europäische Union ergeben, gehört die Aufnahme bestimmter Aspekte der Visumspolitik, die zuvor im Rahmen des Übereinkommens behandelt wurden, jetzt aber aufgrund von Artikel 100c in den Zuständigkeitsbereich der Gemeinschaft fallen, in die vorgeschlagene Verordnung sowie die Möglichkeit gemäß Artikel K.3, dem Gerichtshof die Zuständigkeit für die Auslegung des Übereinkommens zu übertragen.

HERINNERT aan zijn resolutie betreffende de rechten van vliegtuigpassagiers van 2 oktober 2000, waarin de Raad concludeerde dat prioritaire acties gericht moeten zijn op betere voorlichting, versterking van de rechten van vliegtuigpassagiers, betere dienstverlening en vergemakkelijking van het beslechten van geschillen;
ERINNERT an seine Entschließung vom 2. Oktober 2000 zu den Rechten der Fluggäste, in der der Rat die Auffassung vertritt, dass die vorrangigen Maßnahmen in diesem Bereich darauf abzielen sollten, die Fluggäste besser zu unterrichten, ihre Rechte zu stärken, die Servieceleistungen zu verbessern und die Schlichtung von Streitigkeiten zu erleichtern;