In antwoord op de opmerkingen van de afdeling wetgeving van de Raad van State over het redelijk verband van evenredigheid tussen de aangewende middelen en het beoogde doel, heeft de minister van Justitie uitgelegd dat, « door het bedrag dat moet worden volgestort voor het oprichten door één enkele persoon van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid niet te wijzigen, men de oprichting van dit soort vennootschappen niet bemoeilijkt » (ibid., p. 5) :
Zur Beantwortung der Anmerkungen der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates hinsichtlich des vernünftigen Zusammenhangs der Verhältnismässigkeit zwischen den eingesetzten Mitteln und dem angestrebten Ziel erklärte die Justizministerin, « indem der Betrag, der zur Gründung einer PGmbHmA gezeichnet werden muss, nicht geändert wird, wird die Gründung einer solchen Art von Gesellschaft nicht komplizierter gemacht » (ebenda, S. 5):