Met zijn arrest nr. 18/2003 van 30 januari 2003, waarnaar wordt verwezen in de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling, heeft het Hof besloten tot de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door artikel 1675/13, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek in de interpretatie dat dat artikel de rechter verbood een gerechtelijke aanzuiveringsregeling vast te stellen voor de schuldenaar die totaal en definitief onvermogend lijkt te zijn.
In seinem Urteil Nr. 18/2003 vom 30. Januar 2003, auf das in den Vorarbeiten zur fraglichen Bestimmung Bezug genommen wird, hat der Hof festgestellt, dass Artikel 1675/13 § 1 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass er es dem Richter untersagt, für einen Schuldner, der total und endgültig zahlungsunfähig zu sein scheint, einen gerichtlichen Schuldenregelungsplan festzulegen.