Vertaling van "bestaat uit submontane schrale maaiweiden " (Nederlands → Duits) :

De eerste rijkdom in weidekenmerken van deze locatie, die de andere habitats met een communautair belang overheerst, bestaat uit submontane schrale maaiweiden.
Die wichtigste Reichtumsquelle des Graslandes dieses Gebietes, das die anderen Lebensräume von gemeinschaftlichem Interesse weitgehend überragt, besteht aus mageren hügeligen Mähwiesen.

Submontane schrale maaiweiden, hoofdhabitat van communautair belang van de locatie, zijn op homogene wijze aanwezig op de hele locatie en bedekken een tiental hectare.
Der hauptsächliche Lebensraum von gemeinschaftlichem Interesse, die montanen mageren Mähwiesen sind relativ homogen über das gesamte Gebiet verteilt und machen eine Fläche von etwa zehn Hektar aus.

Deze locatie is erg belangrijk voor verschillende waardevolle habitats : schrale maaiweiden, pijpestrootjes-graslanden, kiezelhoudende rotshellingen, elkenbossen, wintereikenbossen uit de Famenne.
Dieses Gebiet ist äußerst wichtig für bestimmte wertvolle Lebensräume: magere Mähwiesen, Pfeifengraswiesen, Silikatfelsen, Auenwälder, Stieleichenwälder der Famenne.

In landbouwgebieden, bestaan de hoofdgebieden uit schrale maaiweiden ten zuiden van Latour, het moeras van Dampicourt, hoofdgebied voor de overwintering van watersnippen en een bosje rond Couvreux en Montquintin, met hoge dichtheden van grauwe klauwieren.
Im landwirtschaftlich genutzten Bereich sind die bedeutendsten Gebiete die gesamten mageren Mähwiesen südlich von Latour, das Moor von Dampicourt, von großer Bedeutung als Überwinterungsplatz für die Bekassinen, und die Heckenlandschaft rund um Couvreux und Montquintin, mit ihren hohen Populationsdichten, was den Neuntöter angeht.

De locatie bestaat uit afdammingen (dode armen) en uit moerascomplexen waar alluviale bebossingen (alluviale elzen-essenbos van Callenelle, oude populierenaanplanting en alluviale elzenbossen van Hollain en Wiers ...) te vinden zijn, alsook uit vochtige milieus die meer open zijn (ruigten, vochtige weiden, grote zeggenvegetaties, rietvelden ...) en, ten laatste, uit maaiweiden.
Das Gebiet besteht aus Altwasserarmen und Sumpfkomplexen, die Auenwälder (Auen-Erlen- und Eschenwald von Callenelle, alter Pappelwald und Auen-Erlenwälder von Hollain und Wiers...), eher offene Feuchtgebiete (Hochstaudenfluren, Feuchtwiesen, Großseggenriede, Röhrichtgebiete ...) und schließlich Mähwiesen umfassen.