6. De voor de inspectie bevoegde autoriteit bereidt de inspectie voor en voert de inspectie uit in nauwe samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de inspectie plaatsvindt, tenzij deze lidstaat zelf het voorwerp is van de inspectie of deze samenwerking in de weg zou staan aan de verwezenlijking van het doel van de inspectie.
(6) Die für die Kontrolle zuständige Behörde bereitet die Kontrolle vor und führt sie in enger Zusammenarbeit mit den zuständigen Behörden des Mitgliedstaats vor, in dem die Kontrolle stattfindet, sofern der Mitgliedstaat nicht selbst Gegenstand der Kontrolle ist oder dies den Zweck der Kontrolle beeinträchtigen würde.