De Lid-Staten kunnen belastingplichtigen die in het binnenland intracommunautaire verwervingen van goederen als bedoeld in artikel 28 bis, lid 1, onder a), en lid 6, verrichten, verzoeken om gespecificeerde aangiften over deze verwervingen in te dienen, met dien verstande dat zulke aangiften niet voor periodes van minder dan een maand mogen worden verlangd.
Die Mitgliedstaaten können von Steuerpflichtigen, die im Inland Gegenstände gemäß Artikel 28a Absatz 1 Buchstabe a) und Absatz 6 innergemeinschaftlich erwerben, die Abgabe von Erklärungen mit ausführlichen Angaben über diesen Erwerb verlangen; für Zeiträume von weniger als einem Monat können solche Erklärungen jedoch nicht verlangt werden.