7.2. Van de volgende materialen worden in geval van een isotroop materiaal vijf monsters en in geval van een anisotroop materiaal tien monsters (vijf voor elke richting) aan de in bijlage IV bij deze richtlijn beschreven proef onderworpen:
7.2. Von dem (den) folgenden Werkstoff(en) sind im Fall eines isotropen Werkstoffs 5 Proben oder im Fall eines nichtisotropen Werkstoffs 10 Proben (5 für jede Richtung) der in Anhang IV beschriebenen Prüfung zu unterziehen: