31. Door de aardoliemaatschappijen de verplichting op te leggen om een minimale hoeveelheid bio-ethanol en FAME te verkopen, te weten 4 % v/v van de respectievelijke hoeveelheden benzine en dieselbrandstof die zij op de markt brengen, voorziet de wet op de verplichte bijmenging dus in lagere verplichte minimumpercentages biobrandstoffen dan de maximale grenswaarden die bij de artikelen 3 en 4 van Richtlijn 98/70 zijn vastgesteld.
31. Indem es Erdölgesellschaften die Vermarktung einer Mindestmenge Bioethanol und FAME vorschreibt, und zwar 4 v/v% der Menge der von ihnen auf den Markt gebrachten Otto- bzw. Dieselkraftstoffe, sieht das Gesetz über die Verpflichtung zur Beimischung somit verpflichtende Mindestanteile von Biokraftstoffen vor, die niedriger sind als die in den Art. 3 und 4 der Richtlinie 98/70 vorgesehenen maximalen Grenzwerte.