(48) Overwegende dat de maatregelen voor plattela
ndsontwikkeling die niet onder de programmering voor doelstelling 1 of doelstelling 2 vallen, het voorwerp dienen te zijn van een programmering van de plattelandsontwikkeling volgens specifieke voo
rschriften; dat de bijstandspercentages voor deze maatregelen moeten worden gedifferentieerd volgens de algemene beginselen die zijn vastgesteld bij artikel 28, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/1999, waarbij in voldoende mate rekening moet worden gehouden met de noodz
...[+++]aak van sociale en economische cohesie, en dat bijgevolg voor de bijstandspercentages in beginsel onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de onder doelstelling 1 of doelstelling 2 vallende gebieden, en anderzijds de overige gebieden; dat de bij deze verordening vastgestelde percentages maxima voor de communautaire bijstandsverlening zijn; (48) Für Maßnahmen zur Entwicklung des ländlichen Raums, die nicht unter die Programmplanung von Ziel 1 oder Ziel 2 fallen, ist die Programmplanung nach spezifischen Vorschriften vorzunehmen. Die Beihilfesätze für solche Maßnahmen sollten nach den allgemeinen Prinzipien des Artikels 29 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 1260/1999 unter angemessener Berücksichtigung der Anforderung der sozialen und wirtschaftlichen Kohäsion differenziert festgelegt werden. Deshalb sollte dabei prinzipiell zwischen Beihilfen für Ziel-1- und Ziel-2-Regione
n und Beihilfen für andere Gebiete unterschieden werden. Bei den in dieser Verordnung festgelegten Beihil
...[+++]fesätzen handelt es sich um Hoechstsätze für Gemeinschaftsbeihilfen.