14. verzoekt de autoriteiten van de EU-lidstaten en de MONA-landen om het verbod op foltering na te leven, dat specifiek is vastgelegd in het Verdrag van de Verenigde Naties tegen foltering en andere vormen van wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, dat door de meeste van deze landen is ondertekend en geratificeerd; herhaalt dat door foltering verkregen bekentenissen niet rechtsgeldig zijn en veroordeelt deze praktijk;
14. fordert die Behörden der EU-Mitgliedstaaten und der Länder des Nahen Ostens und Nordafrikas auf, das Folterverbot zu achten, das insbesondere im Übereinkommen der Vereinten Nationen gegen Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe verankert ist, welches von den meisten der genannten Staaten unterzeichnet und ratifiziert wurde; weist nochmals darauf hin, dass Geständnisse, die durch Folter zustande gekommen sind, ungültig sind, und verurteilt diese Praxis;