Ten aanzien van het argument van de Belgische autoriteiten, dat de Commissie n
ooit een voorbehoud heeft gemaakt tegen de voorlopige handhaving van de reddingsmaatregelen, volstaat het eraan te herinneren,
dat de Commissie in haar brieven van 13 oktober 2003 en 26 januari 2005 de Belgische autoriteiten heeft gewaarschuwd en opmerkaam heeft gemaakt op artikel 3 van Verordening (EG) nr. 659/99 van de Raad inzake de opschorting van de uitvoering van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag, op grond wa
arvan aan te melden ...[+++]steun niet uitgevoerd mag worden alvorens de Commissie een beschikking tot goedkeuring van die steun heeft gegeven of wordt geacht die te hebben gegeven.Bezüglich des Arguments der belgischen Behör
den, die Kommission habe nie einen Vorbehalt über die vorläufige Aufrechterhaltung der Rettungsmaßnahmen geäußert, genügt ein Hinweis darauf, dass die Schreiben der Kommission vom 13. Oktober 2003 und vom 26. Januar 2005 folgenden Warnhinweis enthielten: Die Kommission macht „l'attention des autorités belges sur la clause de suspension de mise en œuvre de l'article 88, paragraphe 3, du Traité CE, prévue à l'article 3 du Règlement (CE) 659/99 du Conseil, laquelle interdit la mise à exéc
ution de toute aide nouvelle avant que ...[+++] la Commission ait pris, ou soit réputée avoir pris, une décision l'autorisant.