De inspecteur-generaal van het Departement of diens gemachtigde verleent zijn positief advies voor de vereffening van de subsidie als : 1° de aanplantings- of onderhoudswerken zijn uitgevoerd ; 2° de aangroei verzekerd is voor minstens tachtig percent ; 3° de aanplanting in een goede staat van groei verkeert en de planten voldoende geschoten zijn om een serieus toekomstperspectief te bieden; 4° de onderhoudswerken zijn erop gericht, de onderhouden soorten een blijvend karakter te verlenen.
Der Generalinspektor der Abteilung oder sein Stellvertreter erteilen ein günstiges Gutachten zur Auszahlung der Subvention, falls: 1° die Anpflanzungs- oder Unterhaltsarbeiten durchgeführt worden sind; 2° die Anwurzelung mindestens achtzig Prozent beträgt; 3° die Anpflanzung sich in einem guten Vegetationszustand befindet und ausreichend frei steht, um gute Zukunftsaussichten zu gewährleisten; 4° die Unterhaltsarbeiten dazu beitragen, die unterhaltenen Arten dauerhaft zu erhalten.